Tarwe, rogge, spelt en khorasan – zoals we ze vandaag kennen – zijn alle vier afkomstig van het graan emmer, dat op zijn beurt ontstaan is uit einkorn. Elke soort heeft zijn eigen specifieke kenmerken op vlak van verwerking en smaak.
Einkorn
De grootvader van alle granen bevat één graantje per aarspil. Eenmaal einkorn werd gecultiveerd, kwam het graan in contact met wilde grassen. Hierdoor ontstond de nieuwe soort emmer. Einkorn bestond minstens vijfduizend jaar geleden al: in 1991 ontdekten archeologen in de Alpen het gemummificeerde lijk van de ijsman Ötzi, hij leefde rond 3300 voor Christus. In zijn buidel zaten nog einkorn graantjes.
Emmer
De vader van onze huidige granen bevat twee graantjes per aarspil en is samen met einkorn vanuit historisch perspectief de belangrijkste graansoort. Emmer ligt aan de basis van spelt en is van nature erg resistent omdat het groeit op droge bodems zonder bestrijdingsmiddelen. Uit de kruising van de oergranen einkorn, emmer en wilde grassen zijn onder andere de gekende tarwe, rogge, spelt en khorasan ontstaan.